Uren maken

Ja, ik zou ook willen dat het sneller kan, of slimmer. En geloof me, ik heb het geprobeerd en er heel lang over nagedacht, maar de conclusie is: nee, het kan niet sneller en nee, het kan ook niet slimmer. Ik moet uren maken. En veel! Uren waarin ik ga experimenteren en oefenen met verschillende technieken. En elk uur dat ik gebruik om na te denken is weer een uur minder waarin ik iets had kunnen doen en ontdekken. Dus, aan de slag.

Waarmee? Met oefenen. Ik wil meer gelaagdheid, beweging en structuur in mijn oliewerk en het lukt me maar steeds niet en het maakt me woest en wanhopig. Welke memo mis ik toch? Tot Bob zei: je mist de memo van experimenteren en oefenen. En natuurlijk wist ik dat allang – ik kan weer refereren naar Wychers advies van eind 2023, maar dan begint dat orakelachtige vormen aan te nemen… Ondertussen was ik dat heel handig ‘vergeten’, want als ik ergens een bloedhekel aan heb dan is het oefenen (hahaha, it’s funny because it’s true xd). Ik ben van de school: doe mij het voor en dan kan ik het. Maar authentieke kunst kan je door niemand voorgedaan worden, dus je moet het jezelf aanleren. En dat begint met oefenen en ik realiseer me dat ik klink als een verwend kind, maar dat is voor mij echt door de zure appel heenbijten. Omdat ik tot nu toe elk probleem door 10 heb kunnen delen met mijn brein. But it will not be this day. Uren maken is het devies.

Dus nu niet langer getreuzeld, maar aan het werk. Wat ga ik doen? Meerdere series van heel veel (lees 100) kleine werken waarin ik met 1 techniek experimenteer. Te weten:

1. Plantvormen tekenen. Met inkt op papier.
2. Schilderen met verdunde olieverf: experimenteren met verschillende mediums om de verf mee te verdunnen, experimenteren met mate van verdunning en met meerdere verdunde lagen over elkaar.
3. Met ‘grote’ kwasten op ‘klein’ oppervlak werken. Wat doet het opschalen van mijn materiaal ten opzichte van mijn werkvlak met de bewegingen/textuur?
4. Mijn tertaire kleurenpalet combineren met verschillende basislagen (aardser/bruiner, koeler/grijzer). Wat doet het toevoegen van een ‘filter’ met de sfeer?
5. Nat in nat schilderen. Wat voegt dat toe aan de energie/beweging? En waar moet je dan rekening mee houden?
6. Textuur aanbrengen (mark making) in natte verf. Welke mogelijkheden zijn daarvoor (van zand door de verf mengen, stempelen, penseelstreken, lijnen maken met paletmessen)?

Genoeg te doen dus. En onthoud: beweging, gelaagdheid en structuur. Daar gaat het om. En terwijl ik dit schrijf moet ik aan de cursus van Joe Packer denken: Constructing a Landscape. Die staat al sinds 2023 op mijn verlanglijst dus misschien wordt het ook tijd om die eens te volgen… Het is maar een idee. Maar denk er vooral eerst nog een maand over na, alsof je niet volgend jaar 40 wordt. Way to go, Fran!