Gisteren keek ik Woman of the Hour (2023), het regiedebuut van Anna Kendrick (1985), over de Amerikaanse seriemoordenaar Rodney Alcala (1943-2021) die vanwege falend politie- en justitiesysteem tussen 1968 en 1979 in ieder geval acht, maar mogelijk meer dan 130 vrouwen aanrandde, mishandelde, verkrachtte en vermoordde. En ik schrijf ‘falend politie- en justitiesysteem’, maar het punt dat Kendrick wil maken is hoezeer vrouwen vogelvrij waren in het Amerika van eind jaren zestig, begin jaren zeventig. En wat ik me dan direct afvraag is, hoe anders was het hier eigenlijk? In Kendricks film zijn vrouwen niet alleen vogelvrij als het gaat om kwaadwillende mannen op zoek naar slachtoffers, ze worden ook totaal niet serieus genomen. Door geen enkele man. Of het nou gaat om mannen die van beschermen en bewaken hun beroep hebben gemaakt (agenten, rechercheurs, bewakers, beveiligers) of om mannen die zeggen dat ze van hen houden (hun partners, vaders, broers).
Voorbeeld 1: de seriemoordenaar zit op een gegeven moment in een live datingshow op televisie en een vriendin van een van zijn eerdere slachtoffers herkent hem en schiet daarvan zo in de stress dat ze de studio uit struikelt. Haar man komt achter haar aan, ze vertelt het hem en hij reageert met ‘dat moet iemand anders zijn, “ze” zullen toch wel background checks doen voor mensen die mee willen doen aan een live datingshow?’
Voorbeeld 2: de vrouw in kwestie laat het er niet bij zitten en meldt zich bij de beveiligingsagent van de show. Ze vertelt wat ze heeft ontdekt en wordt door de beveiliger naar een kamertje gebracht om daar te wachten op de producer van de show. Enkel en alleen om na een halfuur wachten te ontdekken dat de zogenaamde producer de schoonmaker blijkt te zijn.
Wat me opviel waren twee dingen (nee, het waren er wel honderd, maar cureer je brein Francine, anders begrijpt niemand je – aldus mijn hoogbegaafdheidscoach):
- Allereerst het op niets gebaseerde rotsvaste vertrouwen van de partner in mannen in het algemeen, de “ze” tussen aanhalingstekens. Dat die wel due diligence plegen, gedegen onderzoek doen en niet zomaar de eerste de beste psychopaat laten meedoen aan een datingshow. Ik zeg op niets gebaseerd vertrouwen, want waarom ga je ervan uit dat ‘men’ dat allemaal wel doet, terwijl jij zelf die daadwerklijk in een relatie bent met een vrouw niet eens een extra vraag stelt of ergens iets meer van wil weten nadat ze je zojuist een zeer schokkende ontdekking toevertrouwt? I give zero fucks, maar die mannen van die datingshow, ja die boeit het allemaal natuurlijk wel heel erg. Zeer, zeer curieus. Of heel dom. Jij mag het zeggen.
- De mate waarin vrouwen en hun levensbedreigende ervaringen achteloos aan de kant worden geveegd. Hun leven en het leven van andere vrouwen is niet ter zake doende. Lees dat nog eens. Het leven van vrouwen doet er niet toe. Een beveiliger zit daar alleen maar om een stoer uniform aan te hebben waarmee hij kan opscheppen bij zijn vrienden. Een rechercheur is alleen maar aan het jagen op een prooi, net als de seriemoordenaar, alleen is zijn manier van jagen maatschappelijk geaccepteerd. Hun functies hebben niets te maken met bewaken en beveiligen. Ze gaan over dick measuring en zich verhouden tot andere mannen. Want nogmaals, vrouwen doen er niet toe.
Dit deed me terugdenken aan een stuk uit Renaissance: A Film by Beyoncé waarin ze vertelt over hoe het haar mentaal uitput om tijdens de voorbereidingen van een wereldtournee met mannen samen te werken. Dat ze structureel niet doen wat ze vraagt, dat ze zichzelf moet blijven en blijven herhalen, dat ze alles moet dubbelchecken omdat ze 80% van de tijd met een kluitje in het riet wordt gestuurd. Ik heb een bredere lens nodig. Die worden niet gemaakt. Dan gaat ze zelf op zoek en ontdekt dat die wel degelijk gemaakt worden. En dus moet dat gesprek weer van voor af aan, en dat zo’n twintig keer per dag. “It’s exhausting”, verzucht ze. En dat is het natuurlijk ook. Maar fucking hell, we hebben het hier over Beyoncé! De grootste popster van de 21e eeuw! Hoe komen willekeurige mannen uberhaupt op het idee om haar niet serieus te namen? En hoe dieptreurig moet het dan wel niet zijn voor ons als gewone stervelingen?!
Ik heb het idee dat ikzelf tot voor kort niet eens doorhad hoe doodvermoeiend het eigenlijk is. Van mijn moeder leerde ik gewoon mijn eigen kop te volgen en mannen (in haar geval mijn vader) niet eens op de hoogte te brengen. “Hij luistert toch niet, dus ik bemoei me niet met hem, maar ik zorg er ook voor dat hij zich zo min mogelijk met mij bemoeit en als hij dat wel doet, dan doe ik er niets op uit.” Oke, dat is misschien een werkbare situatie, maar heel vrolijk word ik er niet van. Dit is in ieder geval niet de manier waarop ik mijn relatie met mijn man wil vormgeven. Maar toch heeft het in ons geval ook jaren geduurd voordat Bob eindelijk eens naar mij ging luisteren. Eindelijk eens mijn advies of mijn mening serieus nam. En dat is pas veranderd toen hij er nadat we beide hoogbegaafdheidscoaching hadden gedaan achter kwam dat ik 1) een hoger IQ heb dan hij, 2) meer kerntalenten heb dan hij en misschien nog wel belangrijker 3) een aantal kerntalenten wel heb die hij ontbeert en dat dat precies de talenten zijn die je nodig hebt om iets tot een succes te maken. En natuurlijk is het fijn om eindelijk eens serieus genomen te worden en natuurlijk is het fijn dat de dingen nu veel soepeler lopen, want no shit, ze gaan zoals ik ze bedenk en niet meer zoals hij het heeft verzonnen, maar de onderliggende vraag blijft: waarom wordt je als vrouw, of je nou Beyoncé of Francine heet, in beginsel niet serieus genomen?
Die vraag deed me terugdenken aan jaren terug toen ik eens een artikel las – en vergeef me, ik ben de titel en de naam van de auteur kwijt (ik houd me aanbevolen!), maar ik weet nog wel dat het een vrouw was – waarin de schrijver stelde dat we in een diep homoseksuele maatschappij leven. En wat zij bedoelde was: mannen verhouden zich enkel tot mannen. Vrouwen doen er niet toe. Wanneer hoor je een man over de goede adviezen die hij van een vrouw heeft gekregen? Wanneer geeft een man een vrouw als zijn belangrijkste inspiratiebron of voorbeeld? Welke man heeft als beste vriend een vrouw? Vrouwen zijn opvulling, decoratie, noodzakelijk kwaad, nodig voor nageslacht. Hoe anders kun je beargumenteren dat mannen in posities van macht en gezag pas harden gaan lopen voor vrouwenrechten als het ineens om hun eigen dochters gaat?
Een vriendin van jaren terug werkte in verschillende emancipatoire vrouwenorganisaties en ik weet nog dat ze een keer vrolijk meedeelde dat ze nu de sleutel hadden ontdekt: je krijgt mannen in actie als je ze op de rechten, mogelijkheden en (on)veiligheid van hun dochters wijst. Zegt dat niet precies wat we allang weten: dat vrouwen er tot dan toe helemaal niet toe hebben gedaan? Voor lief genomen, aan de kant geschoven, totaal irrelevant. Waarom zou je daar in vredesnaam eerst een dochter voor moeten krijgen? Alsof alle mannen de memo van medemenselijke basisempathie hebben gemist, generatie na generatie na generatie.
Ik ben al jaren bezig met onderzoeken wat er nou toch aan de hand is in de moderne wereld. Tussen mannen en vrouwen, tussen vrouwen en vrouwen en tussen mannen en mannen. Hoe de verhoudingen liggen en waarom. Wat mannelijkheid is en wat vrouwelijkheid, welke culturele verschillen er zijn en welke emancipatoire gevolgen dat heeft. Waarom zijn vrouwen over het algemeen nog steeds ontevreden over hun leven en heeft de emancipatie van de 20e eeuw vooral geleid tot onmogelijke combinaties van en werken, en kinderen baren, en het huishouden doen, en mantelzorgen, en vrijwilligerswerk? En hoe staat de opkomst van extreem conservatieve mannelijkheid met name bij jonge mannen daarmee in verband? En wat is de rol van het kapitalisme? Langzamerhand begin ik me te realiseren dat de oorzaak van veel gedonder wel eens zou kunnen liggen bij onze onuitgesproken maar wel degelijk ervaren en doorgegeven noties van mannelijkheid en hoe we onze samenleving rondom die overtuigingen hebben opgebouwd. En hoe het vrouwen elke keer weer bij de handen afbreekt als ze willen meedraaien in een samenleving die in de kern om mannelijkheid draait.
Dat is althans mijn ervaring geweest. Als je wil meedoen, maar op je eigen voorwaarden, dan wordt dat je structureel onmogelijk gemaakt. Alsof we als vrouwen nog steeds maar drie archetypische opties hebben als het aankomt op zelfrealisatie in de moderne maatschappij: meedoen met de mannen en hun materialistische doelen, net als Athena je ratio en strategie gebruiken om oorlogen te winnen en veroveringen te doen. Of je er tegen afzetten, ertegen vechten, als Artemis vanuit hoge idealen en dromen van een betere wereld. Of je uit de wereld terugtrekken, als Hestia, je eigen mentale gezondheid en emotionele balans als hoogste goed zien en de vergankelijkheid van het aardse erkennen.
Maar van deze drie opties word ik heel depressief. Want ik wil er niet aan meedoen, met de mannelijkheid in een vrouwelijk jasje. De vrouwelijke rotary clubs met kleurrijke broekpakken, felle lipstick, sterke politieke overtuigingen, de girlboss mentaliteit en dikke auto’s. Ertegen vechten wil ik ook niet. Niet alleen omdat alle idealistische clubs waar ik ooit mee in aanraking ben gekomen een sterk anker in de realiteit missen of het strategisch inzicht om ooit eens een echte slag te slaan, maar vooral omdat ik ervan overtuigd ben dat waar je tegen vecht, je dat uiteindelijk zelf wordt. Net als die rechercheur die op zijn moordenaar jaagt, als de moordenaar op zijn slachtoffer. Of als Two Face uit Batman: “Die a hero or live long enough to see yourself become the vilain.” Mezelf uit de wereld terugtrekken wil ik ook niet langer. Dit is ook mijn wereld en ik heb recht op speelruimte. Op een plek om mijn leven vorm te geven. Daarvoor zou ik me niet hoeven terugtrekken, het is mooi geweest! Maar wat dan?
Daar heb ik nog geen antwoord op. Want als ik een betere kunstenaar wil worden, dan krijg ik adviezen als ‘kijk naar kunst van ‘goede’ kunstenaars’. Maar wat is goed en wie vindt dat? Dat zijn vooral mannen en hun mannelijke peers en die kunst gaat over mannelijke ervaring en wereldbeeld. Waarom zou ik me daartoe willen verhouden? En vooral hoe zou ik dat in vredesnaam moeten doen? Is dat niet meedoen pur sang? En als ik kies om dat niet te doen, betekent dat dan meteen dat ik me terugtrek of dat ik er iets tegenover moet stellen en is dat dan direct ertegen vechten? Het hele kunstrefererentiekader is mannelijk en de vrouwen die de vergetelheid hebben overleefd zijn waarschijnlijk vrouwen als Athena, die hebben meegedaan en er goed in zijn geworden (dit is een hypothese, dit heb ik nog in onderzoek) of vrouwen gelieerd aan succesvolle mannen (ik heb het over jou Margareth MacDonald Macintosh), zelfs als die mannen in kwestie verklaren ‘Margareth is de kunstenaar met het echte talent’. Het doet er niet toe voor kunsthistorici, kunstcritici, curatoren, museumdirecteuren, verzamelaars of stadsbestuur. We organiseren een ‘250 jaar Charlie Rennie Macintosh’-jaar in Glasgow, niet een Margareth MacDonald-jaar, ben je gek!
Als ik een betere dichter wil worden, dan zou ik het principe van translatio, imitatio en aemulatio moeten volgen, oftewel vertalen, navolgen en overtreffen. Dat advies kreeg ik van een mannelijke poeziecriticus die zo vriendelijk was mijn bundel te lezen en erop te reageren. Nu is er met dit advies natuurlijk niets mis, ware het niet dat hij de pointe van de bundel compleet gemist en verkeerd geinterpreteerd heeft. Dat kan natuurlijk liggen aan mijn gebrekkige schrijverstalent en in eerste instantie was dat dan ook mijn conclusie en kon ik mijn haren wel uit mijn kop trekken van hoogmoed. Tot ik op een markt een vrouw ontmoette die mijn bundel in een ruk uitlas en me precies dat teruggaf wat ik erin had gelegd en ik me realiseerde: dit is een bundel vanuit vrouwelijk wereldbeeld, met vrouwelijke ervaringen geschreven vanuit vrouwelijk perspectief. No shit dat mannen hier alleen met grote moeite iets van snappen. Dat moeten dan wel sensitieve zielen zijn, het liefst zo ver mogelijk verwijderd van patriarchale systemen als kerk, religie en de apenrots. En dat zijn er in calvinistisch, kapitalistisch Nederland met VOC-mentaliteit niet zoveel…
Ben ik nu dichterbij een oplossing? Nee. Heb ik het probleem helderder? Ja. Wie ben ik? Wat heb ik te melden? Hoe wil ik dat doen (visueel of tekstueel)? En dat dan doen op een manier die bij mij past (dat is per definitie niet meedoen of ertegen vechten) en daar ruimte voor claimen (dus niet terugtrekken). Dat zijn de eerste stappen. En wat de mannelijke goegemeente met hun wereldbeeld en referentiekader daar vervolgens van vindt, dat zal me een rotzorg zijn. Ik heb wel belangrijkere dingen om over na te denken.
Leave a Reply