Maansverduistering 14 maart 2025

Bijna drie vierkante meter van de tegels in de achtertuin is nu mosvrij. Ik doe elke dag een stuk van vier bij vier vierkantjes waarbij elk vierkantje weer uit vier stenen bestaat, en daar ben ik dan een halfuur druk mee. De voldoening is groot en het knapt er echt van op. Nog groter is de voldoening nu ik het kindergrafje heb ontmanteld (lees de kruidentuin in een ‘bak’ bestaande uit vier opstaande houten planken met daartussen een worteldoek geniet). Geen onderkant, gewoon kats op het terras gepleurd. Het tuingenie die dat bedacht heeft, had duidelijk nog nooit kennis gemaakt met munt en tijm. Die staan nu dus overal in de tuin. Vorig jaar ben ik in totaal wel een week bezig geweest het overal weg te trekken. Inmiddels is duidelijk dat ik daar dit seizoen gewoon weer opnieuw mee kan beginnen. Dankzij een bak die geen bak is, maar een worteldoekzak met omlijsting. Omgedoopt tot kindergrafje, want dat was de uitstraling van het geheel. Maar dat is nu dus niet meer. En tadaa, zonder graf blijkt dat deel van het terras uit te nodigen tot middagzonnen onder het genot van koppen koffie na gedane mosverwijderarbeid. Zo heb ik er gisteren een halfuur van de laatste zon over de schutting genoten terwijl ik narcis- en tulpenbollen heb geselecteerd voor volgend jaar. De voorjaarsbollenboot heb ik afgelopen jaar volledig gemist, maar die vertrekt dan ook een stuk eerder dan je zou verwachten. Je kunt hem vanaf september namelijk al nemen. Wie had dat gedacht? Nu heb ik een kweker ontdekt die online voorjaarsbollen verkoopt, vanaf 1 juli. Dus die datum staat genoteerd in mijn agenda. Mijn online verlanglijstje is gevuld met de prachtigste narcissen (geen gele, maar witte, creme en perzikkleurige, mijn hemel, je hebt tegenwoordig iets te kiezen!) en tulpen (eveneens geen geel en geen rood, maar lichtroze, wit en (donker)paars, yum! En geen barokke rushes aan de randen van het blad, dat ziet er zo aangevreten uit. Alsof de slakken die al mijn lupinezaden opvreten niet erg genoeg zijn, zien je tulpen er straks ook nog uit alsof ze zijn aangevallen door een of ander knaagdier). Maar dat voelt goed, zo voorbereid zijn op het volgende seizoen. Want ik heb het nog geprobeerd deze week. Ik ben naar twee tuinwinkels geweest en een kwekerij in de buurt, maar ik zag overal alleen maar gele narcissen (help!) en blauwe druifjes. En van die blauwe druifjes heb ik er genoeg. Verschrikkelijk vind ik ze. Hun groene blad begon eind januari de tuin langzaam over te nemen. Als lange uitgekotste slierten spagetti die geen idee hebben wat boven of onder is. En als ik dan nu zie op hoeveel daadwerkelijke blauwe druifjes ik kan rekenen dan valt dat vies tegen vergeleken met de hoeveelheid pestopasta die door mijn tuin verspreid ligt. Hun laatste seizoen heeft dus definitief geslagen. Dat geeft mij ruimte voor melkwitte tulpen en perzikroze narcissen. En alleen dat al, dat het me een goed gevoel geeft tuinplannen te maken, is zo onverwacht plezierig. Want in de kern ben ik geen tuinier. Ik houd niet van onkruid plukken, van planten snoeien, van dode bloemen knippen, van bemesten, watergeven. Gedoe, dat vind ik het, met een harde hoofdletter G. Mijn ideale tuin, een bloeiende in alle seizoenen, bestaat alleen bij de gratie van een tuinman/vrouw. En ik die daar dan gracieus doorheen kan bewegen van het ene schaduwterras naar het andere zonnezitje, wandelend langs champagnekleurige narcissen en purperen tulpen. Daar denk ik aan als ik op mijn knieen op de tegels mos wegschraap. Ik doe dit verkeerd. Ik zou dit een ander moeten laten doen.

Afnemende bloedmaan, 15 maart 2025

Vandaag stond in het teken van oud blad verwijderen. En natuurlijk een vierkantje mos. Ik heb drie volle emmers bruin blad verzameld. En een dode struik uit de voortuin. Ik ben zo vrij geweest de opkomende blauwe druifjes die dicht rondom de stam stonden niet te redden van de ondergang. Alles met een soepele beweging de groene kliko ingedonderd. Dat ruimt op! En vegen ook! Ik sta er versteld van. Verder heb ik amper iets gedaan. Geen grootschalig onkruidonderhoud, niks gesnoeid, alleen maar geveegd en de tuin ziet eruit alsof ze liefdevol wordt onderhouden. Nu ben ik er de afgelopen paar dagen ook druk mee geweest, maar liefdevol zou ik het niet direct willen noemen. Ik ben eerder een vloekende tuinier. Als er toch weer mos is achtergebleven, als mijn knie het niet meer doet na vijftien minuten hurken, als er een mierennest onder een ondersteboven neergezette tuinpot zit, als ik in glas grijp dat nog her en der ligt na het vervangen van de enkelglasramen vorig jaar. Van die dingen.

Maar waarom gaat het hier ineens over tuinieren? Was je geen uren aan het maken in je atelier? Iets met het vinden van je schilderstijl? Iets met 25 markten? Iets met kunst prioriteit maken?

Ja. Klopt. Tot 2 maart jongstleden. Ik moet nog onderzoeken welke planeet er toen besloot retrograde te gaan of wat er in junction stond waardoor de inzichten zich plotseling bundelden tot een komeet die besloot een krater te slaan middenin mijn zorgvuldig opgebouwde levensfilosofie. Want sinds de resultaten van de kerntalentenanalyse en de ontdekking dat ik uitzonderlijk hoogbegaafd ben (IQ +145) had ik in eerste instantie een diepe crisis. Want hoe ga je in vredesnaam 18 sterke kerntalenten combineren tot een voldoening gevend leven in een gemiddeld intelligente wereld met dagen van maar 24 uur? Samen met Bob heb ik een jaar lang geanalyseerd, gebrainstormd, gepuzzeld en wat we verder ook maar konden verzinnen, maar we kwamen er niet uit. En ik kan er heel lang over uitweiden, maar dat ga ik niet doen. De conclusie na 4 jaar denken, praten, discussieren, coaching, evalueren is: mijn IQ is te hoog en de bijbehorende ‘zwaarte’ die alle kerntalenten dientengevolge hebben is ook te groot om te bevredigen in een wereld bevolkt met regulier begaafde mensen. Dus ik weet wat er nodig is voor een voldoening gevend leven en ik weet ook dat ik dat in deze wereld zeer waarschijnlijk niet voor elkaar ga krijgen. En dat is niet deterministisch depressief. Dat is realistisch. Ik ben er de afgelopen paar jaar namelijk ook achtergekomen dat realisme meer opluchting en perspectief biedt dan ijdele hoop en verwachting. Dankzij de onderkenning dat de kans heel klein is dat ik al mijn talenten kan inzetten op een niveau dat ze mij laten tintelen van blijdschap, ontstaat er ruimte. In de eerste plaats voor verdriet en in de tweede plaats voor ‘wat dan?’

Het antwoord op het ‘wat dan?’ was lange tijd mijn kunst. Ik dacht dat ik dat deed omdat ik het graag deed en omdat het iets was dat me uitdaagde. Beïnvloed door mijn talenten voor ambitie, competitie, strategie en langetermijndenken is het in mijn geval vaak zo dat als ik iets doe, ik het ‘goed’ wil doen. Whatever that may mean. Dus toen ik vorig jaar mei besloot definitief te stoppen met werken voor een baas en fulltime kunstenaar te worden, besloot ik dat ik dan ook een goede kunstenaar zou worden. Ik deed onderzoek naar wat een goede kunstenaar is, wat zij moet kunnen, wat zij moet doen en in welke wereld zij beweegt. Ik ontdekte uit welke onderdelen de kunstwereld bestaat, maakte een uitgebreide nieuwe serie werken, waarin ik al mijn creatieve talenten bundelde: schilderijen, collages, tekeningen, dichtbundel, korte film, gespiegelde patroonblokken. Ik meldde me aan voor zo’n 25 (kunst)markten om mijn werk te exposeren, want als niet-afgestudeerde kunstenaar kan het lastig zijn om ‘ertussen’ te komen als het gaat om expositieruimte. Ik maakte een planning om voor elk van de 25 markten nieuw werk te laten zien en begon aan het maken van nieuwe series. Ik volgde een korte online cursus over ‘Unleashing Greatness’ bij Matthew Knowles, de vader van Beyoncé, want ik bedoel, als iemand begrijpt hoe je goed wordt in je vak, dan is hij het wel toch? En ik leerde welke stappen je zou moeten zetten om groot te worden in dat wat je doet. Ik zette de stappen en begon markten te draaien en ervan te leren. Wat werkte wel, wat werkte niet?

En toen had ik op 2 maart die markt in Gouda. Het weer was fantastisch, kraakhelder, donkerblauwe lucht, felle zon, blije beiaardier, veel aanloop, vrolijke medekraamlieden. Onze kraam liep niet als een trein, maar het was warm in de zon en we hadden het goed samen. En toen kreeg ik een mail van de kunstmarkt Bathmen, waarvoor ik me had aangemeld met werk waarvan ik wist dat het goed werk was: gelaagd, eigen, sterk. Kunstenaars die nog niet eerder hadden meegedaan met de markt kregen voorrang op deelname mits hun werk niet leek op handenarbeid. Ik had nog niet eerder meegedaan en mijn werk was niet geselecteerd. Even was ik boos. Een of andere muts met grijs kort pittig kapsel en een gekleurde ronde bril had besloten dat mijn werk leek op handenarbeid? Maar vrij snel voelde ik iets anders. De komeet was gevormd en suisde mijn dampkring in, definitief gegrepen door mijn zwaartekracht, maar dat wist ik toen nog niet.

Wat ik plotseling wel begreep was dit: het doet er niet toe. De afwijzing doet er niet toe. Want ik weet mijn waarde. Ik weet dat mijn ingezonden werk goed is. Maar de andere kant van die medaille was: selecties doen er ook niet toe. Hoe blij was ik geweest toen mijn werk geselecteerd werd voor de Tuindorp Kunstmarkt, en voor Goors Montmartre. Eindelijk erkenning! Maar erkenning bestaat niet. Het is de andere kant van verguisd worden. En beide doen er niet toe. Je doet wat je doet, omdat jij het wilt doen. Je maakt wat je maakt omdat jij het wilt maken. Jij hebt een reden en die reden is genoeg. Wat anderen daar wel of niet van vinden, dat doet er niet toe. De komeet raasde door mijn atmosfeer. En een hang naar grootsheid, dat is enkel het zoeken naar bevestiging in de erkenning van anderen. In het geaccepteerd worden in de wereld van mensen die bepaald hebben dat zij degenen zijn die de parameters bepalen, de eisen, de piketpaaltjes, alsof zij weten wat kwaliteit is. En wie zijn die mensen? Wat maakt hen tot specialisten? Waarom hebben zij recht van spreken? Daar was ik al over na gaan denken nadat ik mijn dichtbundel naar een poëziecriticus had gestuurd en erachter kwam dat hij de pointe totaal niet had begrepen. Niets ten nadele van hem, maar dus ook niet van mij, daar gaat het om. Dus daar stond ik, in de zon op de markt in Gouda, een ansichtkaartje af te rekenen met een blije klant, bovenstaande nog in elkaar aan het schuiven als een mentale Transformer (woekwoekwoek) toen Bob naar me toe kwam en zei: ‘Ik wil geen Zeldzaam Mooi markten meer doen.’

En dat was het moment dat de komeet op volle kracht insloeg. En het was er eentje in de klasse massaextinctie. Want waarom doe ik eigenlijk wat ik doe? Waarom maak ik eigenlijk kunst?

De afgelopen paar jaar, sinds mijn UHB ‘diagnose’, heb ik mijn eigen waardensysteem opgebouwd. Vergelijkbaar met de principes van het existentialisme. Het idee erachter kwam uit UHB-coaching: ontdek welke waarden voor jou belangrijk zijn en bouw daar je leven omheen, zodat je:

  • a) je leven als zinvol ervaart en
  • b) de wereld dagelijks een fijnere plek wordt voor jou om in te leven.

Toen koos ik voor de kunst, omdat de kunst me ruimte gaf. Zo omschreef ik het aan mijn coach: ik stop er aandacht, tijd en liefde in en ik krijg er ruimte voor terug. Het was in die tijd van werken voor meerdere bazen een geweldige uitlaatklep om de wereld de wereld te laten en me niet alleen terug te trekken in die van mezelf, maar om die wereld ook uit te bouwen. Ik had toen geen tuin en ik woonde in een omgeving die niet uitnodigde tot exploratie of ontspanning. En ja, ik houd van mooi gemaakte dingen, daar kan ik echt van genieten. Maar dat betekent niet dat je die dan perse zelf moet gaan zitten maken (helemaal niet als 1 van de 3 talenten die je NIET hebt ‘praktische creativiteit’ is, wat zoveel inhoudt als: klussen met je handen, dingen maken, het leuk vinden om met beperkte middelen iets op te lossen, verschillende dingen die al bestaan samenvoegen tot iets nieuws, vaak in praktische zin. Denk: klussen in huis, koken, de praktische kant van tuinieren, aan auto’s knutselen, kleding maken, handwerken). Toch ging het een hele tijd goed, zo’n zeven jaar en geloof mij, dat is in mijn geval eigenlijk een eeuwigheid. Tot een paar weken geleden toen die komeet dus insloeg tijdens die markt in Gouda na die afwijzing van de kunstmarkt in Bathmen en Bob die riep “Ik wil geen Zeldzaam Mooi markten meer doen!”

Wat gebeurde daar nou precies? Zoals altijd moet je daarvoor iets terug in de tijd. Het zaadje plantte ik namelijk al in december toen ik mijn artikel schreef over de zingevingsparadox. Want hoe kan ik door mijzelf ‘bedachte’ of ‘besloten’ belangrijke waarden anders beoordelen dan religieuze? Ze zijn in de kern allemaal door iemand verzonnen en belangrijk gemaakt. Waarden zijn dus of allemaal zinloos of allemaal even belangrijk. En dat bracht mij op een nihilistisch middelpunt vanwaar ik heel diep voelde: er is geen zin. Ook niet als je besluit dat het wel zin heeft of als je allemaal redenen gaat verzinnen waarom die zin er zou moeten zijn. En alles wat wij hebben opgetuigd om zin te maken (cultuur, maatschappij, samenleving, politiek, economie) is een poging tot ordening, tot betekenis. Misschien ben ik niet alleen te slim for my own good, maar zijn we als soort, als geheel te slim voor ons welzijn. We kunnen niet leven met het feit dat er geen betekenis is (waarom eigenlijk niet is the million dollar question even tussendoor), dus we gaan idiote ideeen verzinnen, als religie, waardensystemen, natiestaten, oorlogen, kapitalisme, spiritualiteit om onze identiteit aan op te hangen. Om ons in een lijn te zetten van verleden, heden en toekomst. Terwijl toen ik Severance keek en de innie van Irving vernietigd zou worden en Milchick dat feit extra veel pijn wilde laten doen en zei: ‘En niemand zal weten dat jij op deze aarde hebt rondgelopen’, dacht ik: ja, en zo zou het ook moeten/mogen zijn. De wereld is van de wezens die haar op dat moment in de tijd bevolken, niet van diegenen die er ooit eerder rondliepen. En misschien zelfs dat niet, misschien is de wereld puur van zichzelf. Maar er is alleen maar nu en geen ooit.

Leven volgens je eigen opgebouwde waarden gaat dus echt helemaal nergens over, dat is niet meer iets dat ik mezelf kan wijsmaken. Exit existentialisme. En ineens zit je daar dan met lege handen. En kom je tot de conclusie dat die handen ook alleen maar leeg zijn omdat je nog nooit de dingen gedaan hebt enkel en alleen omdat jij die graag doet! Omdat het altijd groots moest zijn, of veel geld moest opbrengen. Omdat het BELANGRIJK moest zijn en meeslepend. Omdat je er anderen mee van dienst zou moeten zijn, of de wereld in bredere zin. Omdat het altruistisch moest zijn en het een maatschappelijk nut moest hebben. En, heel belangrijk, omdat mij van huis uit haarfijn duidelijk is gemaakt dat ‘dingen die vanzelf komen waardeloos zijn’. Als je er niet hard voor hebt gewerkt, verwacht dan van ons vooral geen enkele vorm van waarderen. Daar poepen we op. Geen wonder dat ik mijn hele leven geprobeerd heb iets ambachtelijks te doen – WAT dan ook! Zolang je er maar je praktische creativiteit mee kon etaleren (wat ik dus niet heb). Iets wat totaal niet vanzelf komt en waar ik heel hard voor moet werken. Terwijl het me constant bij de handen afbrak (pun intended). Zowel van binnen (want ik werd er diep ongelukkig van) als van buiten. (Want neem maar even van mij aan: als de waardering van je ouders niet onvoorwaardelijk komt, gewoon puur vanwege iets met onvoorwaardelijke liefde om wie je bent en het feit dat je hun kind bent, dan komt die waardering never nooit. Wat je ook doet. Want wat je doet zou uberhaupt geen rol van betekenis hoeven hebben. Bestaan zou genoeg moeten zijn. Doe hier je voordeel mee, want ik heb er bijna 40 jaar voor nodig gehad. Misschien kan het je wat tijd schelen. Sla het vechten voor (ouderlijke) waardering over door onbewust alleen maar dat te doen dat je een sticker zou geven en ga doen wat jou goeddunkt. En wie weet, doe misschien nog wat aan rouwverwerking om te dealen met alles wat je als kind niet hebt gehad, dat er idealiter wel geweest was. Maar dit even tussendoor.)

Ik ontdekte dat ik mijn unheimliche gevoel van niet in deze wereld thuishoren van kinds af aan heb proberen te verhullen of in te zetten voor anderen, zodat ze zich

  1. niet zo simpel voelen als ze bij mij in de buurt zijn en
  2. ik mijn bestaan ermee kon legitimeren.

Terwijl toen ik De Gehangene trok tijdens de maansverduisteringtarot op de plek van ‘Harde waarheid die aan het licht komt’ begrijp ik: ik ben wel hier, maar ook weer niet. Mijn brein is niet van hier. Mijn brein heeft een fysieke ervaring hier op aarde, met alle gevolgen van dien, fijne en minder fijne, maar mijn brein is niet van hier. De coaching stelde: niet meer aanpassen, maar afstemmen. En na vier jaar stel ik: ook niet meer afstemmen. Bob vroeg: “Maar hoe wil je je dan verhouden tot de wereld?” Ik: “Niet.” Ik wil gewoon zijn wie ik ben en de wereld moet het er maar mee doen. Ik merk wel wie zich tot mij wil verhouden. De wereld mag naar mij komen.

Ik hang dus ergens tussenin. Waartussen dat heb ik nog niet helder, maar dat komt wel. En ik ga alleen nog maar dat doen wat mij goeddunkt in de zin van: wat mij op ieder gegeven moment voldoening schenkt, waar ik blij van word, waar ik zin in heb. Zonder doel. Zonder langetermijnplan. Zonder grote ambitie. In de wetenschap dat al die talenten zich sowieso door mij heen bewegen en op die manier hun weg wel vinden in alles wat ik aanraak en doe. En dan eens kijken hoe ik me dan voel. Voel ik me dan fit? Ben ik dan energiek? Heb ik dan zin in de volgende dag? Slaap ik dan goed? En als het antwoord op al die vragen ja is, wat dat dan weer voor effect heeft op de dingen die mij goeddunken. Wie weet dat ik op die manier mijn dynamo niet alleen aan de gang krijg, maar ook draaiende houd.

En concreet: hang ik mijn penselen dan aan de wilgen? Ja en nee. Ik ga mezelf niet meer dwangmatig opsluiten in het atelier, ik ga alleen tekenen en schilderen als ik daar zin in heb vanuit mezelf, niet omdat er een kunstmarkt op de planning staat. Dus er zal vast nog wel iets geschilderd en getekend worden. Maar ik ga mijn schilderijen en tekeningen niet meer als ruilmiddel gebruiken voor geld. Daarvoor verzin ik wel iets anders. Misschien iets dat wel vanzelf komt? Doe eens gek…

*27-05-2025: Inmiddels weet ik wel waarom ik kunst maak en ook waarom het niets met verkopen te maken heeft. Je leest het in mijn nieuwe artist statement.